In IJsland is het er altijd ijskoud door de ligging. in het noorden valt het mee met de kou en het ijs. het ligt met het meest noordelijke deel tegen de poolcirkel aan en heeft een koud zeeklimaat. volgens het klimaatsysteem gaat het over in een toendraklimaat. de winters en de zomers zijn koel. het valt op dat het ruige weer past bij het landschap. het kan er wel eens warm zijn maar dat komt dan door de warme golfstromen.  vaak zijn er heftige weersomstandigheden van regen en sneeuw samen met een felle wind. de felle windstoten met de koude neerslag maken het niet aangenaam voor de vlaktes en de straten in IJsland. er is niet alleen maar water wat uit de lucht komt vallen. op het eiland zijn veel vulkanen. door de geisers wordt veel water in de lucht gespoten. dat werkt mee aan de natuurlijke verschijnselen van het eiland